Column Foppe Weijer Opnieuw verliefd

Foto: Foppe Weijer

Wat is het heerlijk, na je vijftigste weer verliefd worden. De kriebels uit vroeger tijden stijgen op naar mijn hoofd en die raakt compleet in verwarring.

Jaren geleden fietste Ik als zestienjarige – en heel lange puber in alle vroegte naar de recreatieplas net buiten ons dorp, een afspraakje met mijn kersverse kleine vriendin. En terwijl de kerkklok zeven keer sloeg, zag ik haar in de verte aankomen fietsen. Haar kleine benen konden de snelheid van de trappers maar net bijhouden, in volle vaart vloog ze op me af. Mijn hart ging als bezeten te keer, nadenken lukte niet meer, een complete verwarring in de bovenkamer.

En vandaag rijd ik in alle vroegte onze straat uit, langs de rand van het dorp tot ik de poort zie. Mijn hart bonst als een gek. De poort is nog gesloten, maar dat geeft niet, ik heb de sleutel. Nog een klein stukje fietsen en dan zie ik haar. O sorry, dan zie ik hem, mijn moestuin, mijn ongekende inspirator van nieuw leven.

Een mooi vreemd gevoel, verliefd zijn. ‘s Nachts word ik wakker en denk ik aan de planten. Als ik van mijn werk kom, denk ik aan de planten. Al mijn vrije tijd gaat er aan op. In de vroege ochtend en het begin van de avond neem ik de tijd om de gewassen te besproeien en het onkruid te verwijderen.  De stengels van kleine rode bloemen schieten de lucht in en het gonst van de bijenvleugels.
Natuurlijk, in het begin is al het nieuwe mooi en zie ik alleen de goede kanten van een moestuin. Een vorm van liefde waarbij ik de rest van de wereld niet meer zie. Een vorm van liefde die me elke avond genoeg groenten op mijn bord oplevert.
Tevens wordt mijn ego behoorlijk gestreeld, want mijn buurman noemt me de ‘jongeman’. Hij mag dat, hij is dan ook al 35 jaar ouder dan ik.
‘Foppe,’ zei hij laatst, ‘wil jij nog een gecultiveerde braam van me hebben?’
Geen idee wat een gecultiveerde braam is, maar in een moestuin die netjes is opgebouwd, vol structuur en rechte lijnen, kan een gecultiveerde plant vast geen kwaad.
‘Ik zei tegen mijn kennissen’, ging de buurman verder, ‘ik weet nog wel iemand die deze gecultiveerde braam kan gebruiken, de jongeman naast me op de moestuin.’
Hij had me geen betere boodschap kunnen brengen, mijn buurman van negentig jaar.

Ik klap, na het bewerken van de grond en het oogsten van de eerste groenten, mijn tuinstoel uit, ga zitten en neem even de tijd om te luisteren naar een hommel die rondtolt in het stuifmeel van een rode bloem. En ik weet dat ik morgen weer verder zal werken aan de liefde voor mijn moestuin.

Deze maand is het tijd voor asperges. Ze zijn er weer de jonge scheuten van de aspergeplant (wortels). De afgelopen week is warm genoeg geweest om nu handmatig asperges te steken. Het duurt maar kort, want op 24 juni eindigt het aspergeseizoen, zodat de planten de tijd hebben om energie op te bouwen voor een nieuw seizoen.

Asperges zoals ik ze graag heb, een eenvoudig recept voor 4 personen:
1 kg ongeschilde asperges
snufje zout
3 eetlepels roomboter Bereidingswijze

  1. Schil de asperges met een dunschiller.
    2. Breng een ruime pan water aan de kook en voeg een snufje zout toe. Kook de asperges hierin voor 10 minuten. Daarna het gas onder de pan uitzetten, de deksel erop plaatsen en de asperges 20 minuten laten nagaren in het hete water.
    3. Smelt de roomboter in een kommetje in de magnetron.
    4. Verdeel de asperges over de borden en schenk er de vloeibare warme boter overheen.

Eet smakelijk.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen