Afgelopen zondagmiddag vond bij Nationaal Monument Kamp Vught de herdenking van de kindertransporten plaats. Eén van de sprekers was Evelyn Askolovitch-Sulzbach, die zelf op transport ging, maar de reis naar Sobibor wist te ontlopen.
Op 6 en 7 juni 1943 werden bijna Joodse 1300 kinderen, meestal begeleid door een ouder, vanuit Kamp Vught naar Westerbork gebracht, waar ze een dag later op de trein naar Sobibor werden gezet om daar na aankomst vergast te worden. Nationaal Monument Kamp Vught heeft op het terrein een speciaal monument staan, waar de kindertransporten jaarlijks herdacht worden.
Leerlingen van basisschool De Schalm lezen voor aanvang van de herdenking de namen voor van de weggevoerde kinderen. Twee van de leerlingen zijn deze middag ook de ceremoniemeesters. Directeur van Nationaal Monument Kamp Vught, Jeroen van den Eijnde, vertelt over de plek waar vreugde en verdriet, hoop en verlies steeds dicht bij elkaar lagen. “Het verhaal van het Kindertransport is een universeel en tijdloos verhaal van onmenselijkheid. Van de ultieme consequentie van haat, buitensluiting, stigmatisering en vervolging. Het is ook een verhaal van onmacht en verdriet, van ongeloof en woede. Laten we samen deze kinderen blijven herinneren; niet alleen als slachtoffers, maar ook als kinderen die speelden, sportten, huilden en lachten.”
Ook Vera Bergkamp, voorzitter van de Tweede Kamer is bij de herdenking aanwezig en spreekt de aanwezigen toe. Ze spreekt over het indrukwekkend-nare verhaal van de transporten. Een verhaal dat toont hoe wreed de nazi’s waren. Maar Bergkamp spreekt ook over hoop. “Met alleen het bewenen van de vermoorde kinderen zouden we ze tekort doen. Die hoop kunnen we putten uit de overlevenden zelf. Zij vonden niet alleen de kracht om een nieuw leven op te bouwen, ondanks alle nare ervaringen levenslang in hun ziel gekerfd. Maar ook de moed om hun verhaal met de wereld te delen.”
Een van die overlevenden van de kindertransporten is Evelyn Askolovitch-Sulzbach. Ze had een gelukkig leven, tot ze op vierjarige leeftijd op transport werd gezet naar Vught. Ze ging met haar moeder mee met het kindertransport, maar door een wonder mochten ze in Westerbork blijven. Haar vader had een paspoort uit Honduras geregeld. Dat was een neutraal land en mensen met een neutraal paspoort mochten niet naar een vernietigingskamp. Na acht maanden Westerbork werden Evelyn en haar ouders naar Bergen-Belsen gestuurd, waar ze na een jaar bevrijd werden. Ze vertelt haar verhaal omdat niemand dit vergeten mag. Omdat we allemaal moeten oppassen dat dit niet nog een keer gebeurd.
Na afloop van de herdenking plaatsen de leerlingen en alle andere aanwezigen vlinders op het monument en het prikkeldraad. Negenenzeventig vlinder op het monument die symbool staan voor de jaren dat het nu geleden is. De vlinders op het prikkeldraad staan symbool voor de kinderen.
Begin de dag met het nieuws uit je gemeente met de gratis Nieuwsbrief. KLIK HIER en meld je aan.