Toen Gustav Mahler in 1908 zijn monumentale Das Lied von der Erde componeerde, stond hij op een keerpunt in zijn leven. Achter de grootsheid van zijn symfonieën ging een mens schuil die geconfronteerd werd met verlies, ziekte en het besef van vergankelijkheid. Dit werk, half symfonie, half liedcyclus, werd zijn meest persoonlijke en filosofische getuigenis — een afscheid en tegelijk een lofzang op het leven.
Een jaar van schokken en rouw
1907 was voor Mahler
een rampjaar. In korte tijd verloor hij zijn dochter, kreeg hij zelf de diagnose
van een ongeneeslijke hartkwaal, en werd hij gedwongen zijn functie als operadirecteur
in Wenen neer te leggen. In deze sombere context ontdekte Mahler de Chinese gedichten
in de Duitse bewerking, Die chinesische Flöte. De melancholische toon van
deze verzen — over de vergankelijkheid van schoonheid, de vluchtigheid van vreugde,
en de kalme aanvaarding van de dood — trof hem diep.
Mahler zag in deze teksten een spiegel van zijn eigen gemoed. Hij was zijn hele leven al bezig met de vraag naar zin, lijden en vergankelijkheid, maar nu kreeg die zoektocht een intieme urgentie. In Das Lied von der Erde confronteert hij zich met de eindigheid van het leven — niet met dramatisch verzet, maar met een gelaten, bijna oosterse wijsheid. In het slotlied, Der Abschied, klinkt dit het duidelijkst: het afscheid van de aarde, het loslaten van de tijd, het versmelten met de eeuwige natuur. De woorden "Ewig... ewig..." — eindeloos herhaald — lijken de grens tussen leven en dood op te heffen. Mahler schrijft hier geen requiem, maar een transcendent lied van aanvaarding.
Een nieuwe muzikale taal
Hij kiest hier voor
verfijning en transparantie. De orkestratie is intiem, de zanglijnen zijn expressief
maar natuurlijk. Oosterse invloeden klinken door in de pentatonische melodieën,
de delicate houtblazers en de zachte gongslagen.
Mahler componeerde Das Lied von der Erde niet als negende symfonie. Toch
voelde iedereen dat dit zijn ware negende was — een symfonie van afscheid.
Tussen hemel en aarde
Das Lied von der Erde werd pas na Mahlers dood in 1911
uitgevoerd. Zijn vriend Bruno Walter dirigeerde de première in München. Het werk
werd onmiddellijk herkend als een spiritueel testament — de muzikale brug tussen
deze wereld en wat daarachter ligt.
Mahler, de eeuwige zoeker, vond in de klank zijn antwoord op het raadsel van het
bestaan: het leven is vergankelijk, maar de aarde blijft — ewig.
Presentatie: Jo van Dinther geeft met beeld en geluid uitleg over de symfonie.
Zondag 26 oktober 2025 | 14:00 – 16:15 uur | De Petrus, Heuvel 2, 5261 EE Vught | Entree € 5,-- contant, inclusief koffie/thee | vrije inloop