Catherine Keyl spreekt tijdens herdenking slachtoffers Sachsenhausen

Vrijdagochtend vond de jaarlijkse herdenking plaats van de Nederlanders die in concentratiekamp Sachsenhausen om het leven zijn gekomen. Onder andere loco-burgemeester Mark du Maine en Catherine Keyl hielden een toespraak.

Na een korte stille tocht vanaf het raadhuis naar het monument in het Reeburgpark, sprak Du Maine over vrede en vrijheid. “Het zijn twee korte, eenvoudige woorden, maar wat zijn ze belangrijk voor ons allemaal. We moeten ons beseffen dat wat wij misschien als ‘gewoon’ zien, voor veel anderen nog heel bijzonder is. Want leven in vrijheid en veiligheid is nooit vanzelfsprekend.”

Volgens Du Maine was vrijheid tachtig jaar geleden niet meer gewoon, maar onbereikbaar. “Gelukkig waren er landen, militairen en Nederlandse burgers die zich niet neerlegden bij dat onrecht. Die vochten tegen die onderdrukking. Velen van hen betaalden de hoogste prijs voor die vrede en vrijheid. Juist daarom moeten we steeds weer stilstaan bij de vrijheid en blíjven herdenken. Als dank aan en uit respect voor al die mensen die onze vrijheid in ere hersteld hebben. En ook, om nooit te vergeten hoe belangrijk, kwetsbaar en kostbaar onze vrijheid is.”

Catherine Keyl sprak over haar vader, die zelf gevangen had gezeten in Kamp Vught en Sachsenhausen. Ze schreef er het boek ‘Oorlogsvader’ over. Tijdens de herdenking sprak ze vooral tegen de aanwezige leerlingen van basisschool De Springplank. “Omdat jullie onze toekomst zijn. Jullie hebben natuurlijk geleerd dat de Tweede Wereldoorlog van 1940 tot 1945 duurde. Dat is ook zo, maar omdat de mensen tijdens de oorlog verschrikkelijke dingen meemaakten, duurt die oorlog door tot op de dag van vandaag. Een trauma gaat namelijk over van ouders op kind.”

De vader van Keyl was joods en pikte niet dat Hitler de joden wilde vermoorden. “Daarom ging hij in het verzet. Uiteindelijk werd hij gepakt en kwam in Kamp Vught en Sachsenhausen terecht. Na anderhalf jaar ellende kwam hij eindelijk thuis. Zijn ouders, broer en schoonzus waren er niet. Ze waren vergast. Ik had een jeugd waarin niet over de oorlog gesproken werd. Het verdriet van mijn vader uitte zich in woede-uitbarstingen die ik als kind niet begreep. Wat mij wel duidelijk is geworden zijn twee dingen: mensen alleen op hun uiterlijk beoordelen is verschrikkelijk. En oorlog is na één generatie niet weg. Het blijft in ons zitten en de invloed is enorm.”

Foto’s Cees Ringelberg
Tekst Lisette Broess

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen